Audiofragment getranscribeerd:

Ik ben Rinie Janssen, wij woonden vroeger bij de fabriek, Mijn vader was baas Janssen. Meer als 50 jaar heeft hij bij Teeuwen gewerkt en als kind zijnde hebben we daar een mooie tijd gehad.

 

Bijvoorbeeld als we vader nodig hadden, en hij was in de fabriek aan het lopen. Nu op vandaag hebben ze mobieltjes maar toen hadden we een klaxon, of een toet zoals ze dat toen noemden. Toen moesten we “kort lang kort” op de toet drukken dan kwam hij.

 

Langs het huis stond een hele grote schoorsteen, als we daar papiertjes in deden, wat we eigenlijk niet mochten, maar ja, af en toe waren we eens stout, dan duwden wij daar kranten in en kwamen ze er boven uit. 

En als het onweerde dan sloeg het bij ons bovenop die schoorsteen, waar we die papiertjes in duwden, dan viel bij ons het licht uit. Dan moest vader de fabriek in omdat we anders in het donker zaten, dan moesten wij een of ander zekering indraaien.

 

Vroeger gingen we een keer per week ons wassen, tegenwoordig springen we onder de douche maar toen hadden we geen douche we gingen in een grote zinken teil, maar ja, dat was heel veel werk, 

Er moest warm water gemaakt worden op het fornuis en er ging veel water in die teil.

In de fabriek wassen was een gemak, dan hoefden ze thuis niets meer te doen.